· 

Betere benutting instrumentarium voor controle en kaderstelling nodig

De invoering van de Omgevingswet is met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2022. Er bestonden al langer grote zorgen over de invoering van de Omgevingswet op het ministerie. De grote te verwachten problemen verpakt als ambtelijke noodkreet werden “vanwege corona” dankbaar gemaskeerd. De kwaliteitskrant NRC Handelsblad onthulde een en ander in het artikel ‘Ministerie hield grote zorgen over invoeren Omgevingswet achter’.

 

Invoering van de Omgevingswet in onze gemeente

Er wordt op dit moment uitgegaan van 5 (extra) bijeenkomsten in de periode van januari 2021 tot en met januari 2022. Met referte aan het memo van 3 november jl. – bestemd voor de fractievoorzitters –  berichten wij dat wij het in het betreffende memo gedane voorstel ten aanzien van een (extra) vergoeding voor duo-raadsleden volgen en dat wij dat ook ten aanzien van een (extra) vergoeding voor raadsleden doen.

 

Circulaire Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

In artikel 3.1.4 van het rechtspositiebesluit (wijziging per 1 juli 2020) is bepaald dat de gemeenteraad die besluit een bijzondere commissie in te stellen, bij verordening kan besluiten aan de raadsleden die lid zijn van die commissie, een toelage per maand toe te kennen voor de duur van de activiteiten van die commissie. In de Papendrechtse situatie zou het dus gaan om de extra commissie Omgevingswet.

 

Advies ‘Goede ondersteuning, sterke democratie’

De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft onlangs een rapport gepubliceerd. Het advies gaat in op de noodzaak van goede ondersteuning voor een sterke (plaatselijke) democratie. Goede ondersteuning is in het belang van het goed functioneren van decentrale volksvertegenwoordigingen. Een goed functionerende gemeenteraad draagt bij aan goed decentraal (openbaar) bestuur. Inwoners van Nederland hebben baat bij goed bestuur. Een visie op wat goede ondersteuning is en hoeveel daarvan een decentrale volksvertegenwoordiging nodig heeft, hangt samen met een visie op wat voor gemeenteraad je wilt zijn. Het hangt ook samen met de vraag wat we in Nederland vinden dat de normen zijn voor goed decentraal openbaar bestuur en wat we daar voor over hebben. Dat zijn vragen die veel decentrale volksvertegenwoordigingen moeilijk vinden om te beantwoorden.

 

Het zijn ook vragen waar volgens de Raad de minister van BZK een verantwoordelijkheid draagt. De Raad vindt in dit geval dat voor ondersteuning van decentrale volksvertegenwoordigingen op onderdelen een (wettelijk) zetje ‘van bovenaf’ nodig is. Ondersteuning is de afgelopen twintig jaar overgelaten aan het decentrale bestuur en er is veel bereikt. Maar het blijkt dat decentrale volksvertegenwoordigingen hun wettelijk instrumentarium voor controle en kaderstelling niet of niet voldoende gebruiken. Er is ruimte voor verbetering en die moet worden benut. Ondersteuning mag wat kosten en zou niet afhankelijk moeten zijn van wat een gemeente daar zelf voor over heeft.

 

Betere benutting instrumentarium voor controle en kaderstelling nodig

Op basis van onze analyse van het huidige functioneren van de plaatselijke democratie in Papendrecht is een inhaalslag op het gebied van kwaliteitsverbetering wenselijk. We zien daarnaast dat het lastig blijkt om burgers voor plaatselijke politiek te interesseren; de vijver waaruit geput kan worden wordt eerder kleiner dan groter. De gemeenteraad alhier heeft als decentrale volksvertegenwoordiging een nogal conservatieve houding, waarvan de Raad voor het Openbaar Bestuur heeft opmerkt ‘dat blijkt dat decentrale volksvertegenwoordigingen hun wettelijk instrumentarium voor controle en kaderstelling niet of niet voldoende gebruiken’.

 

Wij stellen vast dat de gemeenteraad tot nu toe voor extra inspanning door of extra inzet van raadsleden geen extra vergoeding beschikbaar wenst te stellen. Fractievoorzitters krijgen geen extra vergoeding waar zij op basis van de Circulaire wel aanspraak op kunnen maken. Wij zijn van mening dat extra werk ook een passende vergoeding dient te krijgen. In het geval dat er kennelijk zoveel extra werk te verwachten is met de komende invoering van de Omgevingswet dat een extra commissie Omgevingswet nodig is, omdat dit vele werk de reguliere commissie Ruimte zou gaan overbelasten, dan kunnen wij allicht ermee instemmen dat hiervoor tijdelijk een extra commissie Omgevingswet wordt ingesteld.

 

Wij nemen echter wel het standpunt in dat het afzien van een wettelijke vergoeding voor deze hoeveelheid extra werk bijdraagt aan de verdere erosie van de kwaliteit van de plaatselijke democratie. Derhalve zijn wij daar geen voorstander van en roepen wij u op om de Circulaire van het ministerie te volgen en het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur ter harte te nemen.

Printbare versie brief
OP -bezoldiging (duo)raadsleden extra ci
Adobe Acrobat document 212.3 KB
Circulaire ministerie BZK
Wijziging-1-juli-2020-bezoldiging-gemeen
Adobe Acrobat document 120.9 KB
Rapport Raad voor het Openbaar Bestuur
A53. 20201105 Raad Openbaar Bestuur, Goe
Adobe Acrobat document 1.3 MB