OP naar een afgewogen oordeelsvorming
VO scholen notitie, 2 maart 2020
In het (ontwerp) raadsvoorstel staat het volgende:
“Op 12 december 2019 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke visie en routekaart huisvesting VO vastgesteld. In de routekaart is opgenomen dat begin 2020 een beeldvormende raadsessie zal worden georganiseerd over de locatieverkenning. Deze beeldvormende raadssessie vindt plaats op 11 februari 2020. In de sessie wordt de raad ter voorbereiding op de oordeelsvorming geïnformeerd over de uitkomsten van de locatieverkenning en meegenomen in de overwegingen van het college bij het bepalen van de voorkeursvariant. De oordeelsvorming over de voorkeursvariant staat gepland voor 2 april 2020.”
De oordeelsvorming op 2 april aanstaande over de ‘voorkeursvariant’ is de facto geen oordeelsvorming maar een soort van collectieve instemmingsverlening, omdat het publiek te maken oordeel niet gebaseerd kan worden op (een combinatie van) de andere varianten, die immers geheim zijn verklaard, op 11 februari jl., en alsdan worden bekrachtigd op 5 maart 2020.
Het College is het volgende van plan (volgens sheet 17 van de Locatieverkenning Huisvesting VO d.d. 11 februari 2020), na bekrachtiging van de opgelegde geheimhouding op 5 maart aanstaande:
- Start communicatie: 6 maart 2020 (na raadsbesluit geheimhouding op 5 maart 2020)
- Uitnodiging direct omwonenden bewonersavond (huis-aan-huis)
- Persbericht Communicatiekanalen gemeente en scholen
- Bewonersavond: rond 6 april 2020 (na raadsbesluit locatieverkenning op 2 april 2020) Informerend: opgave en urgentie Start bewonersparticipatietraject
- Communicatie en participatieplan opstellen Gezamenlijk met de scholen: insteek 1 ‘gezamenlijk traject’ (??)
Bij ongewijzigde of niet geamendeerde doorgang van een en ander zal na het voorgestelde raadsbesluit begin april, geen publieke discussie meer mogelijk zijn over (een combinatie van) de andere varianten. Voorwaar een niet al te fraaie bijdrage aan de met de mond zo vaak beleden transparante lokale democratische besluitvorming!
Conclusie: de geheimhouding wordt verkeerd toegepast. En ook op oneigenlijke wijze.
Toelichting ad het verkeerd toepassen: de geheimhouding wordt ingezet om het publieke debat met de gemeenteraad uit de weg te gaan en als College te bepalen wat de voorkeursvariant van de gemeenteraad dient te zijn. Het College eigent zich macht toe die aan de gemeenteraad toekomt.
Toelichting ad het oneigenlijk gebruik van geheimhouding: voor de geheimhouding wordt geen motivatie gegeven, anders dan dat een van de niet voorkeursvarianten van het College met marktgevoelige informatie is behept. Voor het opleggen van geheimhouding, het buiten werking stellen van het publieke controleren door de gemeenteraad, is echter meer nodig!
- Dit is een ‘huiswerkpuntje’ voor het College en de ambtelijke organisatie.
Doordat het College schijnbaar het openbare debat met de gemeenteraad publiekelijk uit de weg wil gaan en de facto de voorkeursvariant wil bevoordelen boven de andere denkbare varianten, gaat het College niet alleen de discussie/het debat/het overleg met de gemeenteraad uit de weg, maar snoert hij de gemeenteraad de facto ook de mond.
- Het is aan de gemeenteraad of hij dit wil laten gebeuren. Een zwakke gemeenteraad danst naar het pijpen van het College, een sterke gemeenteraad wijst het College zijn plaats.
Wat is verstandig(er) om te doen?
Het zou verstandiger zijn de gemaakte opmerkingen tijdens de geheime bijeenkomst Locatieverkenning serieus te nemen en niet over te gaan tot bekrachtiging van de geheimhouding conform het voorliggende raadsbesluit.
“De geheimhouding van bijgevoegde presentatie en de beraadslaging op en verslaglegging van de raadssessie op 11 februari 2020 te bekrachtigen.” Zo luidt nu de tekst van het concept raadsbesluit.
De implicatie van het nemen van zulk een raadsbesluit is dat de communicatie over de voorkeursvariant van het College de dag daarna alvast van start gaat, terwijl de gemeenteraad nog niet in de positie is geweest een integrale afweging (van alle (eventuele combinaties van) andere varianten) te maken.
Gelet op het belangwekkende karakter van het dossier VO scholen (zeker voor een kleine gemeente als Papendrecht met een begroting van minder dan 100 miljoen euro) lijkt het verstandig om eerst de financiële doorrekening van de voorkeursvariant van het College, alsmede de op nader aan te geven (combinaties van) andere varianten door de gemeenteraad door te (laten) exerceren, alvorens in een achteraf wel zeker vast te stellen te vroeg stadium opgesloten in een te benauwd en te beperkt afwegingskader tot onomkeerbare stappen in de voorgestelde besluitvorming te komen.
Eerder is reeds aan de orde gekomen dat de Voorjaarsnota afgewacht dient te worden, en het lijkt daarom verstandig eerst de financiële implicaties van zowel de voorkeursvariant van het College als de alternatieve varianten, ten aanzien van de mogelijke keuzes nader door de gemeenteraad te bespreken in besloten sessies, een en ander leidend tot mogelijke concrete alternatieve varianten, door te laten rekenen.
Pas daarna is een integrale afweging door de gemeenteraad mogelijk en alsdan kan besluitvorming de facto in democratisch volwaardige zin én gelegitimeerd plaats hebben. Niet eerder dan nadat besluitvorming door de gemeenteraad ten aanzien van de Locatiekeuze én de financiële haalbaarheid ervan zal hebben plaatsgevonden, lijkt het verstandig de communicatie naar de direct omwonenden en de inwoners van Papendrecht als geheel ter hand te nemen.
Conclusie: het raadsbesluit zou op de voorgestelde wijze niet genomen moeten worden. Er zou ofwel geamendeerd dienen te worden ofwel een andere formulering gekozen moeten worden, waarbij in elk geval tijd ‘gekocht’ wordt zodat de gemeenteraad in positie kan komen en voorkomen kan worden dat er een Locatiekeuze ‘naar buiten toe’ wordt gecommuniceerd die mogelijk vlak daarna al weer gedateerd zal blijken te zijn, dan wel achterhaald door de (financiële) ontwikkelingen en nieuwe feiten. Ook in termen van ‘verwachtingenmanagement’ wordt het als onverstandig ervaren op de voorgestelde te korte termijn naar buiten te treden met een locatiekeuze, waarvan nog niet is doorgerekend dat deze financieel haalbaar is en, belangrijker nog in dit opzicht, waarover de gemeenteraad geen afgewogen oordeel heeft kunnen vormen.
Mogelijk heeft het College bedacht dat de zogenaamde ‘salamitactiek’ op dit dossier ingezet kan worden, waarbij de gedachte zou kunnen zijn geweest dat eerst zo snel mogelijk de locatiekeuze vastgesteld zou moeten worden om dan daarna te bezien hoe men hiermee verder gaat?
Het gevaar bij een keuze voor toepassing van deze tactiek is, dat indien in een later stadium komt vast te staan dat de geprioriteerde locatiekeuze (van de voorkeur) onhaalbaar blijkt te zijn, de opgelopen schade in de communicatie dan weer eerst hersteld moet worden en in communicatieve zin moeizaam terrein terug veroverd moet worden om de inwoners dan vervolgens niet weer een keer op het verkeerde been te zetten. De geloofwaardigheid van de presentatie van de plannen komt dit niet ten goede. En we hebben per slot van rekening eerder al een keer een miskleun te verduren gehad bij de communicatie en presentatie van de (toenmalige) VO scholen plannen (Oostpolderpark) in de richting van de direct omwonenden en de inwoners…
Mede vanuit het oogpunt dat de politiek toch al als onbetrouwbaar te boek staat, schijnt het mij als onverstandig toe op dit moment te snel, te kort door de bocht, en nota bene zonder de gemeenteraad in positie te brengen en dit gremium in staat te stellen tot een afgewogen oordeel te komen, over te gaan tot tunnel-visionaire besluitvorming ten aanzien van de voorkeursvariant van het College.
Het is belangrijk dat de gemeenteraad in positie komt en tot een afgewogen oordeel kan komen, en daarvoor is iets meer tijd benodigd. Gelet op de tijdsspanne is het ook niet heel erg dat er nog een paar maanden voor die afgewogen oordeelsvorming ten aanzien van de verschillende varianten, waarbij de voorkeursvariant ook nadrukkelijk kan worden betrokken, uit te trekken. Het is vroeg genoeg om de finale oordeelsvorming ten aanzien van de locatiekeuze van de VO scholen af te ronden bij de algemene beschouwingen. Dat geeft ons nog een paar maanden de tijd om, in besloten sessies, nog eens goed naar de andere varianten te kijken en tot een afgewogen oordeel te komen.
Tot slot: ik gun het College alle succes op dit dossier, laat daar geen misverstand over bestaan.
Maar met deze notitie geef ik alleen aan dat de door het College gekozen tactiek een gedegen afgewogen oordeelsvorming door de gemeenteraad in de weg staat. En dat kan volgens mij bij het onderhavige (naar Papendrechtse verhoudingen gemeten complexe) dossier niet de bedoeling zijn.
De wederkerigheid tussen het College aan de ene kant en de gemeenteraad aan de andere kant is, niet alleen ten aanzien van de binnen dat laatst genoemde bestuursorgaan opererende onderscheiden oppositionele partijen, naar mijn politieke inschatting in het geding. Het getuigt van wijs bestuur om gegeven deze veronderstelling rekening met elkaar te houden, ruim baan te geven aan het democratisch overleg tussen beide bestuursorganen. En de voorkeursvariant er niet nu even snel doorheen te drukken, met behulp van een bereidwillige coalitiemeerderheid, ten faveure van het vaak bezongen eigen gelijk of geloof in enige correcte aanpak.