Lokale partijen domineren ook in nieuwe fusiegemeenten


(Bron:) NRC Handelsblad

 

20 NOVEMBER 2014

Zestien gemeenten naar de stembus voor zes gemeenteraden

De lokale partijen hebben het gisteren goed gedaan bij de raadsverkiezingen voor zes nieuwe gemeenten. In vier ervan – Alkmaar, Krimpenerwaard, Nissewaard en Oss – werden lokale partijen de grootste. In Den Bosch haalden vijf partijen, waaronder twee lokale, vijf zetels. In Groesbeek eindigden drie partijen op drie zetels, waaronder een lokale.

De stremming vond plaats in zestien gemeenten die per 1 januari opgaan in de zes nieuwe. Het aantal gemeenten in Nederland daalt dan van 403 naar 393.

De uitslag bevestigt de trend die zichtbaar was bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart dit jaar. Toen stemde bijna 30 procent van de kiezers op een lokale partij. Kiezers letten bij raadsverkiezingen traditiegetrouw vooral op lokale thema’s. Lokale partijen blijken vaak het best bij hun ideeën aan te sluiten.

De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart was landelijk gemiddeld 54 procent. Bij de verkiezingen van gisteren bleef het opkomstcijfer daaronder. In Nissewaard – Spijkenisse en Bernisse – bracht slechts 35,4 procent van de kiesgerechtigden een stem uit. In Oss was het opkomstpercentage 41,3, in Den Bosch 40,5 en in Alkmaar 42,5. In Krimpenerwaard – een samenvoeging van Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Vlist en Schoonhoven – ging 53,1 procent stemmen.

Groesbeek trok de meeste kiesgerechtigden naar de stembus: 66,3 procent. Een woordvoerder van de gemeente zei dat dat kwam door een referendum over de nieuwe naam van Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen. De naam Berg en Dal won het van Groesbeek, met een verschil van slechts enkele honderden stemmen. De nieuwe raad zal de definitieve beslissing nemen. De 23 zetels van de raad worden bezet door elf partijen.

De lage opkomst is in lijn met de bevinding uit onderzoek van het Centraal Planbureau dat samenvoegen van gemeenten ertoe leidt dat kiezers wegblijven bij lokale verkiezingen. De opkomst in fusiegemeenten daalt gemiddeld met 2,5 procentpunt. Dat effect houdt zeker acht jaar aan – minstens twee raadsverkiezingen op rij.

Kiezers mijden jarenlang de stembus na fusie gemeenten

Het kabinet wil dat gemeenten fuseren. Maar als dat gebeurt, daalt de opkomst bij verkiezingen. Fusies leiden tot een zwakkere democratie.

Door INGMAR VRIESEMA

NRC Handelsblad 19 NOVEMBER 2014

Samenvoegen van gemeenten leidt ertoe dat kiezers jarenlang wegblijven bij lokale verkiezingen. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).

De opkomst in gefuseerde gemeenten daalt gemiddeld met 2,5 procentpunten dat effect houdt zeker acht jaar aan, minstens twee gemeenteraadsverkiezingen op rij. Als het inwonertal sterk stijgt – een verdubbeling of meer – dan daalt de opkomst liefst met 4 procentpunt. Dat negatieve effect is zeven gemeenteraadsverkiezingen later, dus na bijna drie decennia, nog voelbaar.

De daling van de opkomst na fusie is relevant omdat steeds meer gemeenten met elkaar fuseren. Op 1 januari aanstaande komen er weer zes fusiegemeenten bij. De verkiezingen voor hun nieuwe gemeenteraden zijn vandaag. Zo gaan de kleine gemeenten Schermer (5.500 inwoners) en Graft-De Rijp (6.400) samen met Alkmaar (95.000 inwoners). Afgaand op het CPB-onderzoek zal die fusie jarenlang de opkomst drukken in vooral Schermer en Graft-De Rijp.

Een aantal verklaringen voor de dalende opkomst is mogelijk, zegt onderzoeker Sander Gerritsen: „Kiezers blijven weg omdat voor hun gevoel hun stem in de grotere gemeente minder waard wordt.” Ook leidt een plotse bevolkingsgroei mogelijk tot een soort bystander effect: de individuele kiezer voelt minder verantwoordelijkheid om de democratie te redden – er zijn immers genoeg andere stembusgangers. Derde verklaring is een ervaren verlies aan identiteit: de dorpeling die zich minder thuis voelt in de grotere gemeente.

Het kabinet is juist vóór grotere gemeenten. De helft van de Nederlandse gemeenten telt minder dan 25.000 inwoners, en in het regeerakkoord staat dat alle gemeenten ‘op termijn’ honderdduizend inwoners of meer moeten tellen. Fusies zouden leiden tot een hogere kwaliteit van bestuur. Een groter ambtenarenapparaat kan beter opboksen tegen de grote zorgtaken die op gemeenten afkomen, is de gedachte.

Zo geredeneerd ligt juist een hogere opkomst voor de hand: beter bestuur leidt tot meer vertrouwen van de kiezers, dat zich uit in een hogere opkomst. Maar van zo’n positief effect is geen sprake, concludeert het Planbureau. Sterker: fusies leiden tot een zwakkere democratie.

Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) zegt in een reactie dat het kabinet lokale fusies niet „van bovenaf” oplegt. En: „De opkomst bij raadsverkiezingen is eigenlijk in alle gemeenten te laag.” Het kabinet, zo zegt hij, werkt aan plannen om de lokale democratie te versterken.

Onafhankelijk Papendrecht is tegen een fusie van de gemeente Papendrecht met de andere 'Drechtsteden' omdat wij tegen een zwakkere democratie pleiten en voor meer betrokkenheid via het model van de participatiedemocratie van burgers bij de eerste overheid die de gemeente is.

Thans zijn er plannen in de maak door het College van de landelijke partijen die via een Drechtstedelijk Klant Contact Centrum de gemeente Papendrecht de nek om willen draaien. De dienstverlening van de gemeente aan de inwoners van Papendrecht wordt dan ondergebracht bij Dordrecht, hetgeen betekent dat de autonomie van Papendrecht eindigt.

Onafhankelijk Papendrecht is hiervan een fel tegenstander en zal de plannen van het Drechtstedelijk Klant Contact Centrum boycotten.

Meer informatie over Één Drechtstad? Nee! is hier op deze website te lezen.