· 

OP naar de Kiesraad om verkiezingsborden

Wij hebben vandaag de volgende vraag bij de juridische afdeling van de Kiesraad neergelegd. De vraag is in het kort: mogen wij verkiezingsborden in de gemeente Papendrecht plaatsen ten tijde van de verkiezingen voor de Gemeenteraad?

 

In 2014 mochten wij verkiezingsborden in onze gemeente plaatsen in de publieke ruimte in verkiezingstijd. Dat hebben wij gedaan, alle andere partijen deden dat toen ook, en het ging goed. We doen dat in Papendrecht veilig en met respect voor elkaar. Niemand heeft daar ooit last van gehad. Het plaatsen van de borden gebeurde pas een paar weken voor de (GR-) verkiezingen in maart, iedere partij deed dat netjes en veilig, niet te dicht bij de weg bijvoorbeeld; inwoners klaagden er vrijwel nooit over. In campagne tijd hoort dit erbij, campagne voeren is onderdeel van het democratische proces. Maar toen veranderde er iets... In 2018 hadden we een andere burgemeester (die nu alweer weg is) die op grond van de APV verbood om verkiezingsborden te plaatsen. Hiertegen hebben wij destijds bezwaar bij hem gemaakt, maar dat haalde toen niets uit. Ook speelde het tijdselement mee. Op onze website kunt u hier iets meer over lezen, dit zijn de weblinks:

De argumenten die de toenmalige burgemeester toen aanhaalde waren dat 'driehoeksborden' [het zijn geen driehoeksborden maar sandwichborden, je zet twee borden met de rug tegen elkaar om een paal heen zodat aan de buitenkant de verkiezingsposter is te zien] niet onder de in de Richtlijnen Buitenreclame genoemde voorwaarden zouden vallen, dat verkiezingscampagne-borden hetzelfde zouden zijn als commerciële buitenreclame, dat het volgens de lokale APV niet (meer) zou mogen, dat niet alle openbare plakplaatsen beschikbaar bleken te zijn, maar er waren volgens de toenmalige burgemeester voldoende extra borden expliciet voor de verkiezingsposters geplaatst en dat hiermee zeer ruim voldaan zou zijn aan de norm van 1 aanplakplaats op 10.000 inwoners. Waar deze 'norm' (1 aanplakplaats op 10.000 inwoners) plotseling vandaan kwam vertelt het verhaal niet. Nooit antwoord op gekregen.

 

Onze argumenten

Wij hebben daar toen een aantal argumenten tegenin gebracht, onder andere de volgende: dat de APV en het Uitvoeringsbesluit (uit 2010) ten tijde van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 geen beletsel vormden om – door alle politieke partijen – sandwichborden in Papendrecht te plaatsen; dat het college van B&W daar blijkbaar nu verandering in wilde aanbrengen; dat die wens om de aanpak van de verkiezingscampagne te veranderen pas twee maanden voor de verkiezingsdatum werd meegedeeld; dat uit die brief volgde dat het voortaan uitsluitend nog zou zijn toegestaan gebruik te maken van commercieel geëxploiteerde borden; dat de grondslag daarvoor niet kon zijn gelegen in de Richtlijnen Buitenreclame, onder meer omdat deze niet zien op verkiezingsposters; dat daarmee de juridische grondslag voor deze wijziging in het beleid vooralsnog ontbrak; dat zelfs indien alsnog zou blijken dat daarvoor wel een juridische grondslag bestond, het door het college aangekondigde nieuwe beleid tot gevolg zou hebben, dat in Papendrecht uitsluitend de landelijk vertegenwoordigde politieke partijen in Papendrecht – dus alle partijen die thans deel uitmaken van de coalitie en het college in Papendrecht – aanzienlijk ruimere mogelijkheid zouden hebben om hun partij door middel van verkiezingsposters onder de aandacht van de inwoners van Papendrecht te brengen, immers zij ontvangen vanuit hun landelijke partijen financiële ondersteuning ten behoeve van de verkiezingscampagne; dat het college de politieke partijen in Papendrecht die niet landelijk vertegenwoordigd zijn, waaronder begrepen Onafhankelijk Papendrecht, feitelijk in die mogelijkheden ernstig beperkte, daar waar niet landelijk vertegenwoordigde partijen in Papendrecht immers niet beschikken over een zodanige financiële ondersteuning; en dat de uitvoering van een dergelijk gewijzigd beleid en zo kort voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 op gespannen voet stond met (onder meer) het democratisch proces, het grondrecht van vrijheid van meningsuiting en het gelijkheidsbeginsel.

 

Resumerend

Onze argumenten gaan in op het (plaatselijke) democratische proces. Wij vinden het als plaatselijke politieke groepering van belang dat we ons programma en onze visie op de toekomst van onze gemeente kunnen uitdragen. Daarvoor gebruiken wij de reguliere campagnematerialen, maar ook verkiezingsborden. In onze gemeente maximaal 20 per partij. Nog een ander argument is dit: wij zijn een plaatselijke politieke groepering en wij worden niet gesubsidieerd of anderszins financieel ondersteund door een landelijke partijorganisatie. De lokale afdelingen van landelijke partijen krijgen allemaal (financiële) ondersteuning. Dat geldt niet voor lokale partijen zoals de onze. Wij kunnen niet een paar duizend euro neertellen voor een commerciële campagne op dure driehoeksborden. Daarom zijn wij van mening, dat als je uitgaat van een gelijk speelveld, dat wij als lokale partij onze eigen verkiezingsborden moeten kunnen/ mogen plaatsen in campagnetijd.