OPNL senator Auke van der Goot heeft gisteren een lans gebroken voor de uitgangspunten van “Elke Regio telt!”. Hoewel de staatssecretaris zelf niet aanwezig was tijdens het debat, moet zij op de hoogte zijn van de problemen in het Openbaar Vervoer, zij woont immers in Limburg en kent de dilemma’s van dichtbij. “Het OV moet beschikbaar en betaalbaar blijven, zodat iedereen, ongeacht of je in de stad of in een dorp woont, de mogelijkheid heeft om met het OV naar werk, school, zorgvoorziening of familie te kunnen reizen”, aldus de staatssecretaris. Dat klinkt veelbelovend, ook voor de regio’s buiten de Randstad, maar de praktijk is helaas wat weerbarstiger.
Openbaar Vervoer
OPNL vraagt met name aandacht voor het openbaar vervoer om de leefbaarheid in de regio’s op peil te houden. Daarbij hecht de OPNL-fractie grote waarde aan de aangenomen motie Bikker waardoor de regering structureel 300 miljoen euro vrijmaakt voor regionaal openbaar vervoer, maar ze vraagt zich ook af wanneer de mensen in de regio hier daadwerkelijk de voordelen van zullen ervaren. Problemen die om snelle oplossingen vragen zijn er meer dan voldoende. Denk bijvoorbeeld aan de mislukte aanbesteding van het streekvervoer in Zeeland. Denk ook aan de vele klachten over de verschraling van het OV in de regio. In Gelderland, Fryslân en Groningen, om maar een paar provincies te noemen. Bushaltes in dorpen worden geschrapt, buslijnen worden gestrekt dan wel opgeheven.
De OPNL-fractie blij met de kabinetsreactie van 12 juli vorig jaar waarin wordt aangegeven dat het kabinet streeft naar meer legitimiteit, responsiviteit en rechtvaardigheid in het toekomstige beleid om de kracht van alle regio’s te benutten. Dat is volgens OPNL de enig juiste reactie op het jarenlang investeren in sterke regio’s, dus met name in de Randstad, met de hoop dat hiermee ook welvaart en economische ontwikkeling in de perifere regio’s zou neerdalen. Dat is heel duidelijk niet gelukt. Tijd dus voor een andere aanpak, zodat ook de regio’s buiten de Randstad weer in beeld komen voor infrastructurele en andere investeringen van het Rijk. Dat is ook het uitgangspunt van de aanpak “Elke Regio Telt!”.
Kracht
Op 31 oktober vorig jaar werd in de Eerste Kamer een motie ingediend met als strekking dat het bij het kabinetsstandpunt inzake “Elke regio telt” niet bij positieve woorden moet blijven. Deze motie werd door de Eerste Kamer aangenomen met steun van alle fracties, met uitzondering van Forum voor Democratie. De Eerste Kamer dat het kabinet met structurele oplossingen wil komen ter stimulering van brede welvaart in de regio. In de motie werd de regering gevraagd om bij de Voorjaarsnota een regioparagraaf op te nemen waarbij invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport “Elke Regio Telt!”.
Onderwijs
Het rapport Elke Regio telt! van drie adviesraden ROB, Rli en RVS geeft diverse voorbeelden van ontoereikend OV in Zeeuws-Vlaanderen en de Kop van Noord-Holland. Daar is een vmbo- of havo/vwo-instelling zowel per fiets als per openbaar vervoer vanuit grote delen in de regio niet binnen dertig minuten te bereiken.
De verschraling van het onderwijslandschap heeft bovendien een maatschappelijke impact. Als ergens geen scholen meer zijn, is het voor jonge gezinnen geen aantrekkelijke plek meer om te zich vestigen. Het is ook slecht voor de vitaliteit van het mkb. Hieruit blijkt dat een gebrekkig openbaar vervoer leidt tot een verdere achteruitgang van de perifere regio’s.
De OPNL senator heeft de regering nu gevraagd om aan te geven hoeveel structurele middelen voor verbetering van het OV in de regio beschikbaar komen. Daarmee krijgen immers zowel parlement als kabinet beter inzicht in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen uit “Elke Regio Telt!. Bijkomend voordeel van deze transparantie is, dat de bestuurders in Groningen, Drenthe en Twente dan ook meteen weten waar ze aan toe zijn bij het realiseren van de Nedersaksenlijn, die uiteindelijk moet leiden tot een spoorverbinding tussen Groningen en Enschede.
Eén van de regio’s die jarenlang door het kabinet over het hoofd werd gezien, is Eindhoven. In het ‘Rapport Elke Regio telt!’ wordt ook aandacht vraagt voor de bereikbaarheid van de grensregio’s, voor de internationale spoorverbindingen. De OPNL-fractie stelde daarom tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen vragen over de directe aansluiting van het nationale intercity spoornetwerk vanuit Eindhoven op de internationale hoge snelheidsverbindingen vanuit Düsseldorf, Aken en Luik. Deze fractie verwelkomt alle inzet door de minister en staatssecretaris op gebied van openbaar vervoer in de grensregio’s. Vooral dat de Drielandentrein tussen Luik via Maastricht naar Aken in juni van start gaat, is in dat verband goed nieuws.
Tegelijkertijd valt er ook nog veel winst te behalen. De Intercityverbinding tussen Eindhoven en Aken laat bijvoorbeeld nog op zich wachten. Dat geldt ook voor de aansluiting in Weert voor de spoorverbinding van Antwerpen via Hamont naar Weert, iets waarover al in het regeerakkoord van Rutte III afspraken werden gemaakt. Verder zou de verbetering van de belangrijke spoorverbinding tussen Roermond en Nijmegen, de Maaslijn, door het Rijk als een stiefkindje worden behandeld, althans zo voelt dat in de regio. Ook in Brabant leven nog wensen rond verbetering van het OV, zoals de verbinding tussen Breda en Utrecht. Plaatsen ten noorden van Tilburg, waaronder Waalwijk en Oosterhout, hebben een sterke economische groei doorgemaakt maar zijn nog steeds niet aangesloten op een treinsysteem.
Toezegging
In Provinciale Staten van Noord-Brabant heeft Lokaal Brabant dan ook gepleit voor een alternatief vervoersmiddel dat ‘Bus Rapid Transit’ heet. Er worden dan snelbussen ingezet met langere en snellere verbindingen, die op vrije banen rijden. De OPNL senator heeft goed nieuws voor de inwoners van Brabant. De staatssecretaris heeft toegezegd in gesprek gaat met de provincie Noord-Brabant over de verbetering van het openbaar vervoer tussen Utrecht en Breda. Bovendien zal de minister mede op verzoek van de senator samen met de provincie Noord-Brabant de mogelijkheid onderzoeken voor snelle busverbinding tussen Den Bosch en Oosterhout, via Waalwijk. Senator Auke van der Goot heeft ook nog een toezegging van de minister dat deze met de diverse regio’s in gesprek gaan over de OV problematieken. In de voorjaarsnota zal er dan meer duidelijkheid over de stand van zaken gegeven worden.
Platformstructuur
OPNL is een platform van onafhankelijke provinciale partijen. Binnen het platform wordt samengewerkt en leert men van elkaar. Er zijn natuurlijk verschillen tussen de partijen, maar ook veel overeenkomsten. De provinciale partijen op hun beurt werken ook als platform in hun provincie, waarbij de eigen identiteit van de lokale en regionale partijen voorop staat. Onafhankelijke Politiek Nederland is sinds 1999 met een senator vertegenwoordigd in de Eerste Kamer en maakt gebruik van de Wet financiering politieke partijen. Het platform van onafhankelijke provinciale partijen OPNL bestaat uit de volgende zelfstandige leden; Lokaal Brabant, Fryske Nasjonale Partij, Lokaal Limburg, Groninger Belang, Partij voor Zeeland, Provinciaal Belang Friesland, Sterk Lokaal Drenthe, Sterk Lokaal Flevoland, Onafhankelijke Politiek Noord-Holland, Onafhankelijke Politiek Zuid-Holland, Lokale Partijen Gelderland en U26 gemeenten (Utrecht).