VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT

 

“LAAT ONS SAMEN CONSTRUCTIEF OP ZOEK GAAN NAAR EEN OPLOSSING VOOR RIJWIELHANDEL KORTELAND IN DE COORNHERTSTRAAT”

 

Tijdens de Commissievergadering ABZ van 23 oktober jl. bleek dat er sprake is van een scheiding der geesten. Enerzijds is er de opvatting dat een vrij legalistische interpretatie van de regelgeving terzake leidend moet zijn. Deze opvatting leeft bij de coalitiepartijen en het College van B&W. Anderzijds is er de opvatting dat een meer op maatwerk betrokken interpretatie van de regelgeving terzake leidend kan zijn. Deze opvatting leeft bij de oppositiepartijen.

 

De stand van zaken nu

Als gevolg van het doorzetten van de legalistische interpretatie lijkt er nu een strijd los te barsten tussen enerzijds de Gemeente en Rijwielhandel Korteland. En dat is te betreuren, want per saldo levert die strijd een hoop boosheid, frustratie en slachtoffers op.

Wij bepleiten een nieuw redelijk alternatief. En wij vragen de coalitiepartijen om nogmaals naar deze zaak te willen kijken. In het belang van de bevordering van minder onzekerheid bij Rijwielhandel Korteland over de vergunning, minder stress en gezondheidsklachten, minder verspilling ook van overheidsgeld dat gemoeid is met juridische procedures en meer gedeelde vreugde die onmiskenbaar de resultante zal zijn van de afweging van ons als politici als wij niet kiezen voor ons eigen gelijk of degene die (financieel) de langste adem heeft (de Gemeente) om conflicten te beslechten, maar durven kiezen voor een oplossing die proportioneel recht doet aan het vinden van een oplossing waar zowel de Gemeente als Rijwielhandel Korteland goed mee kan leven en, wellicht nog belangrijker, die weer perspectief biedt op hernieuwde samenwerking.

 

De mogelijkheden die de wet biedt

Wij hebben in het voorjaar omstandig uitgelegd dat de opvatting van het College niet zaligmakend is. Dat hebben wij met redenen én inhoudelijke motivatie omkleed. Kern van de zaak is dat in de gegeven situatie waarbij Rijwielhandel Korteland een pand heeft betrokken aan de Coornhertstraat in onze gemeente de facto geen belemmeringen hoeven te worden opgeworpen vanwege de Gemeente, omdat de Gemeente geen schade ondervindt van een rijwielhandel aldaar.

Juridisch-technisch zijn er mogelijkheden binnen de bestaande wet- en regelgeving om vestiging op legale wijze van Rijwielhandel Korteland te realiseren. Ook kan vanwege de Gemeente met een beetje maatwerk een vergunning worden verleend.

 

De Beheersverordening centrumgebied is op de Coornhertstraat van toepassing. Volgens artikel 3.4.2 volumineuze detailhandel kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor afwijking van het bepaalde ten aanzien van de doeleinden van de Bestemmingsomschrijving (artikel 3.1.1) ten behoeve van volumineuze detailhandel afgeven, mits (aan drie voorwaarden wordt voldaan):

1.       het detailhandel betreft die vanwege de aard van de verkochte goederen niet in de bestemming Centrum thuishoort;

2.       op eigen terrein of in de directe omgeving daarvan voldoende parkeergelegenheid aanwezig is;

3.       er geen overwegende bezwaren zijn vanuit verkeerskundig oogpunt (doorstroming, bereikbaarheid en veiligheid).

Als we deze uitzonderingsvoorwaarden toepassen op de situatie van Rijwielhandel Korteland dan volgt hieruit dat het detailhandel betreft (namelijk de verkoop van fietsen). Dat wordt door het College van B&W niet ontkend. Detailhandel is in het Centrum niet verboden. Daarmee is voldaan aan de eerste voorwaarde. Parkeergelegenheid in de directe omgeving is aanwezig. Daarmee is voldaan aan de tweede voorwaarde. En ook vanuit verkeerskundig oogpunt (doorstroming, bereikbaarheid en veiligheid) zijn er geen overwegende bezwaren. Daarmee is voldaan aan de derde en laatste voorwaarde.

 

De oplossing ligt binnen handbereik

Het College van B&W kan dus vrij eenvoudig alsnog een omgevingsvergunning verlenen. Dat wil zeggen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemming met toepassing van een buitenplanse afwijking. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van de voorschriften van het bestemmingsplan indien een strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.  Als vaststaat dat gebruik overeenkomstig de bestemming niet meer mogelijk is (bijvoorbeeld vanwege schaal-vergroting, denk aan vestiging bouwmarkten in de periferie van het centrum) dan is een doe-het-zelf-zaak of bouwmarkt met een omvang van enkele honderden vierkante meters in het centrumgebied niet meer rendabel te exploiteren. De gemeente is dan zelfs verplicht vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan.

 

Beperken frustraties en onnodige uitgaven van gemeenschapsgeld

Komt er een bouwmarkt terug op de locatie aan de Coornhertstraat? Nee, dat is niet te verwachten. Is het dan verstandig om als Gemeente in te zetten op een benutting van de bestemming die in overtuigende mate overeen stemt met hetgeen in het bestemmingsplan is omschreven[1]?

Ja, natuurlijk is dat verstandig. Er is bovendien geen gevaar van precedentwerking, zeker niet als de afwijking zorgvuldig wordt omschreven. Zijn er nog andere overwegingen die een rol kunnen spelen?

Ja, die zijn er. Ten eerste kan met het verlenen van een vergunning aan Rijwielhandel Korteland een heleboel negatieve energie (aan beide kanten, dus bij de Gemeente en bij Rijwielhandel Korteland) worden weggenomen. Ten tweede gaat dit enorm veel geld schelen als het gaat om het vermijden van advieskosten en kosten van te voeren juridische procedures die maanden, zo niet jaren, in beslag kunnen nemen. Veel minder verspilling dus van gemeenschapsgeld aan ambtelijke inzet en juridische procedure- en advieskosten. En ten derde kan de Gemeente een positief signaal afgeven in de richting van deze Papendrechtse MKB ondernemer en daarmee ook aan alle andere MKB ondernemers.

 

Geef een positief signaal af in de richting van het MKB

De spreekwoordelijke Gemeentelijke ondernemersvriendelijkheid wordt vaak met de mond beleden, maar het is niet altijd de realiteit zoals deze zaak laat zien. De Gemeente doet er goed aan niet alleen ondernemersvriendelijkheid te oefenen maar ook uit te stralen. Dat kan met het afgeven van een positief signaal. Dat positieve signaal zou als volgt kunnen luiden: ‘de Gemeente is blij met u als MKB ondernemers, u draagt bij aan de bloei van Papendrecht, u zorgt voor werkgelegenheid, u zet zich elke dag in voor ons mooie dorp. Wij zijn u als Gemeente dankbaar voor uw inzet en wij faciliteren u graag daar waar mogelijk, maar wel altijd binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving’.

 

Rol Gemeenteraad

De Gemeenteraad mag zich niet achter het College van B&W verschuilen[2], omdat dit bestuursorgaan het hoogste orgaan binnen de Gemeente is. De Gemeenteraad heeft een taak om tot een oplossing te komen als het College van B&W in een nodeloos juridisch conflict terecht dreigt te komen met een inwoner van onze Gemeente. Zo’n conflict leidt tot verwijderlng, terwijl de Gemeenteraad juist meermaals heeft aangegeven op verbinding in de samenleving aan te willen koersen.

De Gemeenteraad is per slot van rekening ook de volksvertegenwoordiging en dient het volk/de burgers/de inwoners van Papendrecht te vertegenwoordigen én tegen onterechte dan wel onnodige uitoefening van overheidsmacht zoveel mogelijk in bescherming te nemen. Het lijkt niet verstandig als de Gemeenteraad dit conflict laat voortduren, in de wetenschap dat aan het eind van het juridische gevecht slechts verliezers zijn te betreuren. De Gemeenteraad kan dan beter zijn rol pakken en zoeken naar een oplossing die een uitweg biedt uit dit conflict.

 

De oplossing

De oplossing is om nu met elkaar om de tafel te gaan zitten. Het College van B&W (samen met de ambtenarij) en Rijwielhandel Korteland (met adviseurs), onder toeziend oog van de Gemeenteraad, komen tot een oplossing waarbij de geldende wet- en regelgeving gerespecteerd wordt en het College zijn bevoegdheden inzet om maatwerk te leveren. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van de voorschriften van het bestemmingsplan indien een (te) strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. En aangezien die dringende redenen om geen vrijstelling te verlenen tot een beperking van het meest doelmatige gebruik leiden, kan én mag het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor afwijking van het bepaalde ten aanzien van de doeleinden van de Bestemmingsomschrijving ten behoeve van volumineuze detailhandel afgeven. De gemeente is dan zelfs verplicht vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan.

 

Er staat kortom in juridisch-technische zin, in bestuurlijke én in politieke zin niets meer in de weg – behalve de puurste vorm van onwil die in ultieme zin de gedaante van machtsmisbruik aanneemt – om aan Rijwielhandel Korteland een omgevingsvergunning te verlenen en de onderlinge verhoudingen te normaliseren zodat er een gezond perspectief kan worden geschapen.

Scherp niet de messen, maar verkies de dialoog boven het conflict en breng vrede terug in de onderlinge verhoudingen: zorg goed voor elkaar en voor de gemeente Papendrecht!

 

 

Fractie Onafhankelijk Papendrecht

Ruud Lammers, voorzitter.

 

 

Datum: dinsdag 24 oktober 2017

 



[1] Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van de voorschriften van het bestemmingsplan indien een strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

[2] Tot op heden hebben de fracties van VVD, CDA, PvdA, GroenLinks, D66, ChristenUnie en SGP (= de coalitiepartijen) zich achter het College van B&W schuil gehouden.

Lees meer over de achtergronden via deze link