· 

Algemene Beschouwingen, behandeling Perspectiefnota

In de eerste termijn (maandag 7 juli) hebben we de schijnwerpers gezet op de veranderingen in de maatschappij die om noodzakelijke innovaties vragen binnen ons politieke systeem. Dit is een lange termijn opgave met een gedeelde verantwoordelijkheid.

 

De echte kans op verandering ligt hem in de omvorming van ons bestuur van top-down naar bottom-up. Het gaat niet om progressief of conservatief en niet om links tegenover rechts. Dit soort verschillen zullen er namelijk altijd zijn.

De essentie is dat we als inwoners op dit moment onvoldoende zeggenschap hebben en er teveel over onze hoofden heen gebeurt. Dáárin zit hem de stap vooruit (richting bottom-up).

 

Om in de volgende fase van méér democratie te komen is het nodig het eigenaarschap van de inwoners te versterken en gemeenschapszin op te bouwen, het onafhankelijk denken te stimuleren en vertrouwen te geven.

Binnen het gevestigde politieke systeem is het zaak dat we ontvankelijker worden voor de verandering waar de samenleving aan toe is. Bij het versterken van het eigenaarschap moeten we leren los te laten omdat de overheid geen creatieve probleemoplosser is.

 

De toename van versnippering leidt tot een botsing van deelbelangen en het trachten te winnen ten koste van anderen, waardoor het algemeen belang uit het zicht raakt. We moeten veel meer op zoek gaan naar een gezamenlijke noemer om dienstbaar te kunnen zijn aan de inwoners.

 

Dan kort over de financiële staat van de gemeente:

  • Deze meicirculaire (verschenen op 28 mei) bevat informatie over de demping van de terugval in het gemeentefonds, tegemoetkoming in de tekorten jeugdzorg en de actualisatie van het volume accres en LPO-accres*** gebaseerd op de actuele raming van het Centraal Planbureau (CPB; CEP 2025).
  • De claim die bij de Perspectiefnota op de algemene uitkering is gelegd, op basis van de voorjaarsnota 2025 van het Rijk, is behoudend ingeschat. De compensatie voor de terugval van de algemene uitkering vanaf 2026, de hogere inflatievergoeding, hoeveelheidsverschillen, positieve bijstelling uitkeringsfactor en extra middelen voor jeugdzorg brengen verlichting in de begroting. Toch is financiële waakzaamheid de komende jaren geboden.
  • In de Meicirculaire 2025 is bevestigd dat het ravijnjaar naar 2028 is verschoven.
  • Een stijging van de kapitaalrente naar 3 of 4% leidt tot een stijging van de rentelasten voor de gemeente. Deze rente wordt middels een omslagrente toegerekend aan onder meer de grondexploitatie. Dit is niet meegenomen in de risicoparagraaf.
  • Bij de financiële ontwikkelingen lezen we dat de onttrekking (groot € 27 mln.) uit de Algemene reserve terecht komt in de Bestemmingsreserve Kapitaallasten Huisvesting VO en dat na onttrekking € 600.000 aan de Eneco-spaargelden overblijft in de algemene reserve.
  • De geprognosticeerde stand van de algemene reserve zal na verwerking van de onttrekkingen uit de Perspectiefnota uitkomen op € 22,5 miljoen.
  • Als het Rijk dit jaar bij de voorjaarsnota geen extra middelen aan het gemeentefonds zou hebben toegevoegd (pag. 44), (voor 2025 € 0,7 mln., voor 2026 € 2,1 mln. en voor 2027 € 1,9 mln.) dan zou er sprake zijn geweest van een tekort op de meerjarenbegroting.

 

Eerste termijn Algemene Beschouwingen

 

*** LPO accres, of loon- en prijsontwikkeling accres, verwijst naar de jaarlijkse aanpassing van de middelen in het Gemeentefonds en het Provinciefonds als gevolg van loon- en prijsstijgingen. Dit accres zorgt ervoor dat de middelen die gemeenten en provincies ontvangen, meegroeien met de kosten van personeel en andere uitgaven.