Het belang van kinderen van families met een asielachtergrond dient voorop te staan. Ook wanneer zij al langere tijd in Nederland zijn, maar geen recht hebben op een verblijfsvergunning. Deze in Nederland gewortelde kinderen zijn onderdeel van onze samenleving, spreken Nederlands, gaan hier naar school en hebben Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes. Zij zijn hier thuis en mogen niet de dupe worden van tekortkomingen in het Nederlandse asielsysteem of de keuzes van de ouder. Wij pleiten voor de bestendiging van de bescherming van gewortelde kinderen in de Vreemdelingenwet, waarin de individuele situatie en belangen van het kind afgewogen worden, met in achtneming van internationale normen en het VN-Kinderrechtenverdrag.
In 2018 heeft de fractie van Onafhankelijk Papendrecht aandacht gevraagd voor de problematiek van de gewortelde kinderen. De afspraken in het Kinderrechtenverdrag werden op 20 november 1989 unaniem aangenomen door de Verenigde Naties in New York. Op 8 maart 1995 werd het verdrag door Nederland bekrachtigd. Artikel 3.1 van dat verdrag bepaalt het volgende: ‘Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.’
Ook volgt er uit artikel 2, tweede lid, van het VN-Kinderrechtenverdrag dat Staten het kind niet nadelig mogen behandelen op basis van de acties van de ouder(s). Dat is belangrijk om vast te houden.
Wanneer gezinnen asiel aanvragen, kan het soms nog jaren duren voordat zij een definitief antwoord krijgen op hun asielaanvraag. In die tijd gaat hun leven in Nederland door. Ook de kinderen leven in veel onzekerheid: mogen zij blijven in Nederland? Of worden ze uitgezet naar een land wat misschien inmiddels vreemd voor ze geworden is of waar zij nooit zijn geweest? Het is schadelijk voor de psychische en fysieke gezondheid van kinderen als ze langdurig in onzekerheid leven over hun verblijfsstatus. Ook doordat ze na jaren alsnog kunnen worden uitgezet. Dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, waaronder Rijksuniversiteit Groningen & VU Amsterdam (2018) en The International Journal of Children's Rights (2022).
In 2012 kwam er een Kinderpardon voor kinderen zonder verblijfsvergunning die langer dan vijf jaar in Nederland waren. Hiermee kregen ze de kans om te blijven. Dit maakte voor honderden kinderen een einde aan jarenlange onzekerheid over hun toekomst. Toch werden veel kinderen vanwege strikte eisen, waaronder het meewerkcriterium, binnen deze regeling uitgesloten. In 2019 werd er door de toenmalige regering besloten om het Kinderpardon af te schaffen. Ook werd er besloten om de discretionaire bevoegdheid, de mogelijkheid om in schrijnende gevallen een vergunning te verlenen, weg te halen bij de staatssecretaris van Justitie & Veiligheid. In plaats daarvan kan de IND nu alleen nog in de eerste procedure toetsen of er sprake is van schrijnende omstandigheden.
Wel kwam er nog een keer de mogelijkheid voor alle kinderen die uiterlijk op 29 januari 2019 ten minste vijf jaar in Nederland verbleven een nieuwe aanvraag in te dienen, of een eerder afgewezen aanvraag te laten her-beoordelen, op basis van de Afsluitregeling Langdurig Verblijvende Kinderen. Deze Afsluitregeling, welke open stond tot 25 februari 2019, bracht voor een deel van de kinderen een oplossing, echter vielen er ook in deze regeling weer kinderen buiten de boot.
Sinds 2019 bestaat er geen regeling meer voor kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen maar geen verblijfsvergunning hebben. De verblijfsprocedures duren echter steeds langer door de lange wachttijden bij de IND en eventueel lange beroepsprocedures die zowel door de IND als de ouder kunnen worden gestart. Situaties van gewortelde kinderen blijven zich onder andere hierdoor opnieuw voordoen. Daarnaast zijn er kinderen die hier al langer zijn en waarvan de aanvraag als onderdeel van de Afsluitregeling is afgewezen, bijvoorbeeld omdat kind en ouder(s) langer dan een aaneengesloten periode van 3 maanden buiten beeld zijn geweest.
Op 15 april deden wij een oproep voor een nieuw kinderpardon.
Als Onafhankelijk Papendrecht hebben we, ook in het verleden, het kinderpardon altijd gesteund. Citaat uit de brief van de werkgroep: “Honderden kinderen leven al meer dan vijf jaar in Nederland zonder verblijfsvergunning. Ze groeien hier op, gaan naar school, hebben vrienden en spreken vaak alleen thuis een andere taal. Nederland is hun thuis, maar ze leven in constante onzekerheid en dreigen te worden uitgezet naar een land dat ze niet kennen. Ook in Papendrecht doen zich dergelijke situaties voor. In Papendrecht heeft de Stichting Noodopvang Papendrecht momenteel 3 gezinnen onder haar hoede.”
Op grond van onder meer het ‘rapport Scherder’ is in 2019 besloten tot een kinderpardon, waardoor gezinnen met kinderen die al vijf jaar of langer in de asielprocedure zaten, een verblijfsvergunning kregen. Daarbij is ook afgesproken de asielprocedure te versnellen, zodat er niet opnieuw een kinderpardon nodig zou zijn. Helaas is dat niet gelukt, waardoor er nu opnieuw zo’n driehonderd kinderen al zo lang in de procedure zitten dat de schade door uitzetting onverantwoord groot is. Een nieuw kinderpardon lijkt daarom een logische stap. Hierom dienen we de motie gewortelde kinderen graag mede in met GroenLinks, de PvdA, het CDA en de ChristenUnie.
Het dictum geeft precies aan waar het om gaat:
- Bij de Staten-Generaal te pleiten voor een humane en structurele verblijfsregeling voor in ons land en in onze gemeente gewortelde kinderen, omdat ze, door de tijdsduur die verblijfsprocedures in beslag nemen, langer dan 5 jaar in Nederland zijn;
- De raad uiterlijk einde tweede kwartaal te informeren hoeveel gewortelde kinderen in onze gemeente wachten op een verblijfsvergunning;
- De raad uiterlijk einde tweede kwartaal te informeren hoe het college zal omgaan met een verzoek van de Dienst Terugkeer & Vertrek tot uitzetting, dan wel in bewaring stelling, van gewortelde kinderen;
De motie werd aangepast. In de schorsing van het debat werden de tweede en de derde bullet eruit gehaald. De aangepaste motie werd in stemming gebracht. Voor de motie stemden 15 raadsleden van {OP PAB GroenLinks PvdA CU CDA} en tegen de motie stemden 7 raadsleden van {D66 VVD SGP}.