
De (mede door OP ingediende) unaniem aangenomen motie eerlijke tarieven rioolheffing van 6 juli 2023 droeg het College op een aantal alternatieve varianten van rioolheffing met elkaar te vergelijken en de consequenties van eventuele invoering in beeld te brengen. Bijna twee jaar later is hieraan op goede wijze gevolg gegeven.
Er ligt nu een stelselwijziging rioolheffing voor waarbij de rioolheffing vanaf 1 januari volgend jaar volgens de waarde in het economisch verkeer in klassen zal kunnen worden vastgesteld, zowel voor de woningen als de niet-woningen. Een aantal argumenten voor deze stelselwijziging is in het voorstel genoemd. Uit onderzoek blijkt dat de beste heffingsgrondslag voor de rioolheffing op basis van de WOZ-waarde in klassen kan worden gedaan. De heffingsgrondslag op basis van waarde in het economisch verkeer doet (beter) recht aan het collectieve goed van de rioolheffing, dat in de parlementaire geschiedenis als zodanig wordt geduid.
Ook een goede uitvoering van de zorgplicht van de overheid is een collectief goed. De heffingsgrondslag die nu wordt voorgesteld is rechtvaardiger dan de huidige en wordt als een passende methode voor het heffen van gemeentelijke lasten erkend door de VNG. Steeds meer gemeenten blijken dan ook voor deze nieuwe heffingsgrondslag te kiezen.
Indeling in waardeklassen maakt de heffing bovendien robuuster. Bij de woningen geldt: hoe minder differentiatie, hoe overzichtelijker en hoe eerlijker het stelsel zal worden ervaren. Bij de niet-woningen geldt: het tarief kan beter worden afgestemd op de werkelijke economische waarde. Verenigingen met een klein pand vallen in een gereduceerd of basis tarief en worden relatief ontzien.
Het voorliggende voorstel leidt ertoe dat na invoering van de stelselwijziging sprake zal zijn van een in beginsel eerlijker stelsel tarieven rioolheffing. Dat is een goede ontwikkeling waar wij mee kunnen instemmen.