· 

Raad moet buitenplanse afwijkingen kunnen (blijven) agenderen - vervolg

De fractie van OP zal bij de eerstkomende raadsvergadering een motie over dit onderwerp indienen. U leest er al vast wat over in het onderstaande document dat u kunt downloaden.

Printbare versie Motie Raadsagendering buitenplanse afwijkingen bij invoering Omgevingswet blijft Papendrechtse werkwijze
Motie Raadsagendering buitenplanse afwij
Adobe Acrobat document 450.6 KB

Onder de Omgevingswet dreigt het recht voor gemeenteraden te vervallen om buitenplanse activiteiten te agenderen. Dat betekent meer macht voor het college. De raad moet uiterst terughoudend zijn bij het afgeven van haar bevoegdheden. Met de invoering van de Omgevingswet – nu toch écht voorzien op 1 januari 2023 – verandert ook de verhouding tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. De verklaring van geen bedenkingen (vvgb) voor afwijkingen in strijd met het bestemmingsplan vervalt.

 

Bindend adviesrecht voor dergelijke 'buitenplanse afwijkingen' komt ervoor in de plaats. Wat óók vervalt is de raadsbevoegdheid om sommige van deze afwijkingen (aanpassingen van het vigerend planologisch kader) te kunnen blijven agenderen. Een slechte zaak voor de kaderstellende rol van de wetgevende macht op lokaal niveau.

 

Een vvgb zegt zoveel als dat de gemeenteraad instemt met het besluit van het college om af te wijken. Het bindend adviesrecht onder de Omgevingswet is instemmingsrecht en werkt anders. De gemeenteraad bepaalt over welke buitenplanse afwijkingen hij advies aan het college wil uitbrengen. Die vvgb is ook een noodstop. Want zonder vvgb kun je als college niet afwijken. Dat is zo ten zij de gemeenteraad per eigen besluit categorieën van gevallen heeft aangewezen waarvoor een vvgb niet nodig is. Daar hebben wij als gemeenteraad in het verleden ook wel eens gebruik van gemaakt.

 

Tóch hebben raadsleden nog altijd een haakje om zulke buitenplanse afwijkingen te kunnen blijven agenderen. Daarvoor moeten ze ten minste een vijfde van het aantal zetels in hun raad weten te mobiliseren. Die verzoeken dan om een vvgb, die er dan alsnog komt. Logisch, want afwijken van kaders moet je niet lichtzinnig opvatten. En dat is nou juist de crux: onder de Omgevingswet vervalt het haakje. Het vragen – én krijgen – van een voorstel tot besluit over buitenplanse afwijkingen waar géén bindend adviesrecht voor is vastgesteld, bestaat straks niet meer. De gemeenteraad moet uiterst terughoudend zijn bij het afgeven van bevoegdheden aan de uitvoerende macht (het college van burgemeester en wethouders).

 

Maar er speelt méér. Volksvertegenwoordigers staan in direct contact met inwoners van hun gemeente. Die krijgen de noodkreten van hun kiezers voor de kiezen over ongewenste ontwikkelingen in hun wijk of buurt. Het is dan een absolute dooddoener om verantwoording voor planologische keuzes af te schuiven op het college. Het moeten doorverwijzen naar het college is waar je als woordvoerder op bouwonderwerpen beslist niet aan wil.

 

Bij de invoering van de Omgevingswet hebben wij als raad niet eigenstandig een bevoegdheid overgedragen aan het college, maar is het ons door het rijk op gelegd. Om toch agendering van álle buitenplanse afwijkingen mogelijk te kunnen blijven maken hebben we een motie voorbereid. Daarmee kunnen we dit euvel in de Omgevingswet erkennen en onze kaderstellende rol als gemeenteraad serieus (blijven) nemen.