Informatie over de discussie over bestuurlijke vernieuwing

schema
BOB in schema (1).pdf
Adobe Acrobat document 348.4 KB

8 mei 2019 -

Op dit moment zijn we met elkaar in gesprek over bestuurlijke vernieuwing van het vergaderproces van de gemeenteraad.


Notitie bestuurlijke vernieuwing
Notitie bestuurlijke vernieuwing 2019 (2
Adobe Acrobat document 1.3 MB

Bestuurlijke vernieuwing 

 

Naar aanleiding van de bespreking van de Notitie bestuurlijke vernieuwing heb ik woensdag 8 mei jl. mondeling ook uitgebreid inbreng geleverd. Hieronder geef ik nog even de punten weer (voor de zekerheid) die volgens mij van het grootste belang zijn.

 

1.       Relatie Gemeenteraad – College

Beide bestuursorganen houden elkaar idealiter in evenwicht. Beide hebben hun eigen rol. Op het moment dat vermenging optreedt, zoals in de Notitie staat opgeschreven dat de bestuursadviseur van het College zitting neemt in de Agendacommissie van de Gemeenteraad, wordt het evenwicht doorbroken. Tenzij de Raadsadviseur voortaan aan mag schuiven bij het College, wordt hiermee een proces in gang gezet waarbij rol vermenging optreedt.

De griffier is degene die overzicht heeft en de voorzitter van de Gemeenteraad is de verbindende schakel met het College. Nog een bestuursadviseur namens het College erbij is dubbelop, niet nodig maar wat mij betreft tevens onwenselijk.

 

2.       Sterkere rol van de Agendacommissie

Voorkomen moet worden dat de Agendacommissie een politiek orgaan wordt. Voorheen hadden wij altijd een paritaire samenstelling, dus twee leden uit de Gemeenteraad namens de coalitie en twee leden uit de Gemeenteraad namens de oppositie. Aangevuld met de voorzitter en de griffier. Dat werkte volgens mij goed. Zoals ik heb ingebracht afgelopen woensdag is het niet wenselijk om aan de paritaire samenstelling van de agendacommissie te tornen. Leren van het verleden.

 

3.       Spreekrecht

Het spreekrecht zou een betere plek in de nieuw voorgestelde cyclus moeten krijgen. Je moet naar de samenleving toe helder kunnen maken wanneer het spreekrecht op de agenda van de commissies/ parallelle sessies (?) komt te staan. Twee spreekrecht momenten, bij de beeldvormende én de opiniërende/besluitvormende fase, lijkt mij niet verstandig. Immers, er zijn insprekers in allerlei soorten en maten en met twee spreekrecht- c.q. inspraakmomenten in één en dezelfde cyclus kunnen insprekers gaan ‘shoppen’. Bovendien is het niet handig als een inspreker alleen tijdens de Gemeenteraadsvergadering zou komen inspreken, waarna diezelfde avond een beslissing genomen wordt. Er heeft dan geen afweging en bespreking kunnen plaatsvinden, ook in de fracties, en dat lijkt mij geen recht te doen aan de inbreng van de inspreker. Ik zou een vast moment voor inspreken organiseren in de beeldvormende fase.

 

Ik vraag mij af of het voorgestelde model in de praktijk een verbetering zal blijken te zijn. Er zitten wat aannames in die vanuit de verschillende perspectieven een betere werking veronderstellen. Het huidige systeem kent drie commissies; de vernieuwing zit hem dan ten dele in het feit dat deze drie commissies in het nieuwe systeem parallelle sessies gaan heten tijdens de beeldvormende activiteit/ fase.

 

Uit de notitie:

Kenmerkend voor de huidige vergaderstructuur is nog steeds de commissiestructuur. In de vorige periode is de commissie onderverdeeld in een beeldvormend en in een oordeel vormend blok, om daarmee meer informeel met elkaar het gesprek te kunnen voeren. Voor inwoners is vooraf een inloopkwartier ingesteld, zodat zij op informele wijze met raadsleden over de raadsvoorstellen in gesprek zouden kunnen gaan. Ook werd de mogelijkheid om in te spreken verruimd. In de nieuwe structuur het commissiemodel afgeschaft. In principe vindt de oordeelsvorming en besluitvorming direct in de raad plaats. Voorafgaand daaraan, niet per se in de dezelfde cyclus, worden beeldvormende bijeenkomsten georganiseerd. De vorm van deze bijeenkomsten is maatwerk afhankelijk van het onderwerp. Een agendacommissie bepaalt op basis van een bestuurlijke kalender (= LTA) vorm en inhoud. De agendacommissie kijkt verder vooruit dan de komende cyclus. Inwoners krijgen een nadrukkelijke plek als toehoorder of participant.

 

Een agendacommissie die vorm en inhoud bepaalt, dat is wat mij betreft geen wenkend perspectief. Ook is het maar de vraag of de inwoners een meer nadrukkelijke plek als toehoorder of participant zullen krijgen. Waar is die mening op gebaseerd?

Op zich sta ik niet negatief tegenover verandering of vernieuwing, maar voor mij is belangrijker niet of we meer mensen kunnen laten meepraten, want dat kan nu ook al (waar een wil is, is een weg), maar of we met elkaar in staat zullen zijn om daadwerkelijk verbeterslagen te maken in kwaliteit van debat en verbetering van de inhoudelijkheid van bespreking van agendapunten.

 

De vorm volgt de inhoud. Maar wat als er geen inhoud is, is er dan nog wel een vorm?

Ik vond het frappant dat het voltallige College aanwezig was op 8 mei. Kennelijk wordt er door dat bestuursorgaan een groot belang gehecht aan de bestuurlijke vernieuwing. Mijn ongerustheid zit hier dat ik mij afvraag of de aanwezigheid van het College niet juist weer een fundamenteel gebrek aan inhoud moest maskeren?

 

Heeft het College er belang bij een grotere vinger in de pap te krijgen bij de agendasetting van de Gemeenteraad? En zo ja, waarom heeft het College daar belang bij? Daar zou ik graag wat meer over willen weten. In het College zitten twee wethouders zonder kiezersmandaat. Hoe democratisch is het nog?

 

(Opmerkingen van Ruud Lammers)