Commerciële verzelfstandiging Theater en Sport sprong in het diepe zonder brevet


Op donderdag 6 april 2017 wordt de Gemeenteraad van Papendrecht gevraagd een beslissing te nemen over de commerciële verzelfstandiging van het Theater en het Sportcentrum. De fractie van Onafhankelijk Papendrecht is hier fel tegen. Daar is een aantal redenen voor aan te geven.

 

Allereerst is in de aanloop naar dit voorgenomen besluit onvoldoende nagedacht en gekeken of de uitgangspunten wel deugdelijk waren. Het idee zelf: verzelfstandiging Theater en Sportcentrum. Is een Theater een commercieel gebeuren? Is een Sportcentrum een commercieel gebeuren? De fractie van OP vindt in beide gevallen van niet.

 

De fractie van OP is niet over één nacht ijs gegaan. Alle documenten zijn bestudeerd. Er zijn twee werkbezoeken afgelegd. Geen der andere partijen ging overigens mee op werkbezoek! Vreemd.

 

De gevraagde beslissing is verreikend. Verzelfstandiging (commercieel), een bedrijfsplan dat op drijfzand is gebaseerd, twee BV’s in een holdingstructuur, een overeenkomst met de verzelfstandigde organisaties onder gelijktijdige kredietverlening van € 450.000, aanloopkosten die nu al de drie-honderd-vijftig-duizend-euro-grens overschrijden, zeer kwestieuze ingeboekte besparingen van € 95.000, dure extra advieskosten ad € 60.000 voor de fiscale advisering.

Er wordt inclusief de PM-posten nog voordat men van start is gegaan een miljoen euro uitgegeven aan de opstart van dit commerciële avontuur. Een overzicht van de kosten:

  

aanloopkosten fase 1

 

 €    70.000,00

aanloopkosten fase 2

 

 € 290.000,00

kredietverlening oprichting BV's

 

 € 450.000,00

extra fiscaal advies

 

 €    60.000,00

ambtelijke inzet

 

PM

inzet directies Theater en Sportcentrum

 

PM

kosten fase 3

 

PM

Totale aanloopkosten exclusief PM-kosten, waaronder  de uitvoeringsfase 3

 

 € 870.000,00

 

 En … als het misgaat? De gemeente heeft de aandelen in bezit. Dan is de rekening voor de gemeente. Of de zaken gaan in de verkoop, maar dan heeft Papendrecht geen Theater- en geen Sportcentrumorganisatie meer.

 

Er zijn op veel vragen van onze kant geen (goede) antwoorden gekomen. Er is sprake van een zekere vorm van ontwijkingsgedrag dan wel het niet kunnen of willen beantwoorden van vragen door het College. De oppositie staat er kritisch in. Zeker onze partij. Niet het hele verhaal is/wordt verteld.

De Raad heeft geen onderzoeksbureau om deze plannen door middel van een contra-expertise door te lichten. Het vermoeden is wel aanwezig dat dit een zeer onzekere en zeker niet toekomst-bestendige sprong in het diepe zal blijken te zijn.

 

Wat hebben Theater en Sport gemeen? Wie is op het idee gekomen deze samen te voegen in één bedrijf of holdingstructuur? De term ‘bedrijf’ is vervolgens de verkeerde benaming voor dit soort organisaties. Het Theater is geen bedrijf, het Sportcentrum is geen bedrijf. De term ‘bedrijf’ suggereert dat het om een ‘normaal’ bedrijf gaat, maar zowel het Theater als het Sportcentrum zijn geen normale bedrijven. Dat heeft te maken met hun doelstellingen, met hun plek in de samenleving, met hun openbaar nut karakter.

 

Geen bedrijf is van iedereen. Maar het Theater is wél van iedereen, en dat geldt ook voor het Sportcentrum. De plannen van het College die nu voorliggen zullen de Papendrechtse inwoners veel geld gaan kosten. Men zal er achter komen dat het Theater en het Sportcentrum commercieel niet te runnen zijn en dat deze vercommercialiseerde verzelfstandigde organisaties (‘bedrijven’) nooit winst zullen gaan maken. De gemeente blijft met andere woorden altijd nodig als achtervang. Waarom zouden we dan toch zowel het Theater als het Sportcentrum in een BV-vorm gieten?

 

Het kan zijn dat er al gegadigden zijn die aangeboden hebben - als het zover is - de aandelen over te nemen. Maar als dat zo is dan dient de Gemeenteraad hiervan van tevoren op de hoogte te worden gesteld. Wij gaan er voor dit moment vanuit dat dit niet het geval is.

 

Er worden hoge uitgaven gedaan voor het neerzetten van een commerciële structuur terwijl niet duidelijk is of dit gaat werken, daar is veel te weinig onderzoek naar gedaan. De hele onderneming is op slechts één bedrijfsplan gebaseerd. Er heeft geen enkele vorm van contra-expertise plaats gevonden.

 

De Gemeenteraad is nauwelijks in staat gebleken dit proces te doorgronden en op gezette tijden doortastend controle en toezicht uit te oefenen. Dat heeft te maken met een gebrek aan betrokkenheid en kwaliteit in de vorm van toezichthouderscapaciteit. Ook de fasering over de jaren heen heeft de toezichthouderscapaciteit uitgehold. Het is een sprong in het diepe. De vraag is of deze sprong gewaagd moet worden. Op basis van onze analyse is dit onverstandig om te doen.

 

Er dient eerst beter nagedacht te worden over de verschillende opties alvorens overhaast dit avontuur zal worden aangegaan. De kans dat dit misgaat is levensgroot aanwezig.